3.3 Financieringsbehoefte
Elk jaar is, als onderdeel van de begroting, een inschatting gemaakt van de ontwikkeling van de liquide middelen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de geprognotiseerde balans, waarin wordt samengevat hoe de bezittingen en schulden zich gaan ontwikkelen op basis van de cijfers die in de begroting zijn opgenomen. In de tussentijdse rapportages, zoals de Voorjaarsrapportage of Zomernota, wordt geen geprognotiseerde balans opgenomen.
In de Begroting 2021 die op 30 september 2020 aan Provinciale Staten is opgestuurd is de meest recente inschatting opgenomen van de ontwikkeling van de liquiditeiten over de jaren 2020 en 2021. Destijds is ingeschat dat er een financieringsbehoefte zou ontstaan van € 118,5 mln. per ultimo 2020 en vervolgens in 2021 zal stijgen met € 102,4 mln. naar € 220,9 mln. per ultimo 2021.
In de Jaarrekening 2020 is echter vastgesteld dat er per saldo circa € 220 mln. minder aan liquide middelen is uitgestroomd dan verwacht. Het verschil, wat op hoofdlijnen in de jaarrekening is verklaard, resulteerde in positief saldo aan liquide middelen van circa € 98 mln. per ultimo 2020 in plaats van de ingeschatte financieringsbehoefte. Op basis van de Begroting 2021 zal de stand liquide middelen met € 102,4 mln. dalen waardoor, ook op basis van de stand liquide middelen opgenomen in de Jaarrekening 2020, er in 2021 een financieringsbehoefte zou ontstaan. Halverwege het jaar (t/m juli) zien we echter dat de gelden die zijn uitgezet bij de schatkist ruim boven de € 70 mln. blijven. Dit sluit aan bij de gegeven analyse van de verschillen tussen de gerealiseerde investeringen en lasten t.o.v. de begrootte bedragen op pagina 13 en 17 van deze Zomernota. Wij verwijzen voor een verdere analyse van de verwachtte liquiditeit naar de geprognosticeerde balans en liquiditeit in de concept begroting 2022 die u gelijktijdig met deze Zomernota heeft ontvangen.
Wekelijks wordt het saldo liquide middelen geraadpleegd en wordt er geïnventariseerd of het aantrekken van financiering op korte termijn nodig blijkt. Wanneer het saldo onder € 30 mln. dreigt te komen zal er financiering aangetrokken worden zodat het saldo daarna maximaal € 50 mln. bedraagt en een optimale liquiditeitsbuffer beschikbaar blijft.