Bijlage 3: Voortgang (complexe) investeringsprojecten

Bijlage 3: Voortgang (complexe) investeringsprojecten

Bijlage 3.1 Complex Programma Hart van de Heuvelrug/ Vliegbasis Soesterberg

Doelstelling
Hart van de Heuvelrug/ Vliegbasis Soesterberg is een unieke integrale gebiedsontwikkeling gericht op het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en belevingswaarde van de Utrechtse Heuvelrug. Het programma gaat uit van de ontwikkeling en versterking van de natuur in dit gebied. Er wordt een robuust groen netwerk gemaakt en versnippering van de natuur tegengegaan. Het investeren in de natuur is mogelijk door in het gerealiseerd groene netwerk op ruimte te bieden om te wonen, werken en recreëren, het zogenaamde “schaakbordmodel”. Met de opbrengsten vanuit gronduitgifte voor wonen en werken investeren de gebiedspartners in de ontwikkeling van natuur.  

Kenmerken

Het totale programma beslaat twee aparte samenwerkingsovereenkomsten/exploitaties: Hart van de Heuvelrug en Vliegbasis Soesterberg. Deze worden hieronder apart toegelicht.

Voortgang
Hart van de Heuvelrug
Er zijn al veel projecten gerealiseerd, met name groene. De provincie Utrecht, gemeente Soest, gemeente Zeist en het Utrechts Landschap werken de komende jaren intensief samen om ook de overige projecten te realiseren en af te ronden. Dit gaat vooral om het ontwikkelen van woon- en werklocaties. Het programma loopt door tot eind 2025.  

De provincie Utrecht is binnen het programma Hart van de Heuvelrug verantwoordelijk voor de volgende projecten: Kamp van Zeist, Bedrijventerrein Richelleweg, Woonwijk Sortie 16, Harlanterrein en de oostelijke Corridor (de beide laatste moeten alleen nog administratief afgerond worden).
Naast de provinciale projecten zijn er ook projecten die onder leiding van de gemeenten Zeist en Soest worden uitgevoerd. Dit zijn voor de gemeente Zeist de projecten Willem Arntzhoeve en Huis ter Heide west. Voor de gemeente Soest gaat het om Apollo Noord- Kontakt der Kontinenten (met deelprojecten Groene Hoogte, Sauna Soesterberg en Oude Tempel).
De financiële eindverantwoordelijkheid voor deze gemeentelijke projecten ligt bij de provincie. Omdat deze projecten niet drukken op de jaarlijkse begroting zijn ze niet in deze zomernota opgenomen.

Er zijn nog 5 provinciale projecten in Hart van de Heuvelrug die uitgevoerd worden. Het gaat dan om:

Bedrijventerrein Richelleweg: De laatste kavel is verkocht. Dit jaar wordt de openbare ruimte binnen de hekken van het bedrijventerrein overgedragen aan de gemeente Soest en het openbaar gebied buiten de hekken wordt overgedragen aan het rijk. Hierover lopen gesprekken. Het project wordt daarmee naar verwachting eind 2021 afgerond.

Sortie 16: Dit is een woningbouwontwikkeling van 150-200 woningen. De gebiedsvisie voor de ontwikkeling van deze locatie is vastgesteld door GS (september 2019) en door de gemeenteraad van Zeist (januari 2021). Door het specifieke, bosachtige karakter en de ligging op de Heuvelrug, heeft de Sortie 16 de potentie om een aantrekkelijke en onderscheidende woningbouwlocatie te worden. In het woningbouwprogramma is veel ruimte opgenomen voor woningen in het sociale en middeldure segment. Het voorontwerp bestemmingsplan is in juni 2021 ter inzage gelegd. De reacties hierop zullen worden verwerkt in een ontwerp bestemmingsplan. Planning is dat het bestemmingsplan voorjaar 2022 door de gemeenteraad van Zeist wordt vastgesteld.

Kamp van Zeist: de provincie voert onderhandelingsgesprekken met Defensie over de aankoop van het terrein Kamp van Zeist. Afspraak is dat de provincie het terrein aankoopt, de opstallen en verharding verwijderd en het gebied inricht als natuurgebied. Daarna wordt het terrein “om niet” doorgeleverd aan Het Utrechts Landschap. De onderhandelingen gaan met name over de de restrisico’s van de milieuverontreiniging. De provincie hanteert bij de onderhandelingen het uitgangspunt dat de partij verantwoordelijk voor de vervuiling ook de partij is die hiervoor de saneringskosten draagt.

Oostelijke corridor: Het natuurterrein op het ecoduct Ecoduct Boele Staal zou via een openbare aanbesteding verkocht worden aan een natuur beherende partij. Op basis van een advies van een taxateur is de inschatting dat hiervoor geen animo vanuit de markt zal zijn. Provincie gaat opnieuw in overleg met de aangrenzende grondeigenaar (Defensie) en natuurbeherende organisaties waaronder Het Utrechts Landshap en Natuurmonumenten om te bespreken of overdracht ten behoeve van beheer mogelijk is.

Harlanterrein: dit terrein is ingericht en via een openbare aanbesteding verkocht aan Het Utrechts Landschap. Afwikkeling van het contract loopt nog.  

Duurzaamheid woningbouwlocaties Vliegbasis Soesterberg en Sortie16: Van begin af aan is voor deze  woningbouwlocaties op provinciale grond uitgegaan van duurzame en natuurinclusieve woonwijken. Er wordt nu verkend en uitgewerkt hoe duurzaamheid geborgd kan worden in de diverse verkoopprocedures van de grond. Het gaat hierbij vooral om thema’s Energie, Klimaatadaptatie, Natuurinclusief bouwen en Circulariteit. Hier ligt een directe link met de diverse programma’s en het Convenant Duurzaam Bouwen. Hier wordt dan ook intensief mee afgestemd en samengewerkt. Aandachtspunt is dat de planontwikkeling en planologische procedures voor deze twee woonwijken al in een vergevorderd stadium zijn. Er zal dus een afweging gemaakt moeten worden welke ambities op de verschillende duurzaamheidsthema’s hier passend zijn. Dit alles zal resulteren in een bestuurlijk vast te stellen ambitiedocument.

Vliegbasis Soesterberg
Het 'rode' gedeelte van het plan Vliegbasis Soesterberg bestaat uit drie woningbouwlocaties: Een nieuwe woonwijk aan de zuidzijde van de vliegbasis, de kavels Westflank aan de Dolderseweg en een bouwkavel aan de Amersfoortsestraat. De ambitie is een duurzame en kwalitatief hoogwaardige woonwijk (max 400 woningen) te realiseren, die zich voegt in de omgeving met hoge natuur en landschappelijke waarde. Daarnaast bestaat het programma Vliegbasis Soesterberg uit de projecten Park Vliegbasis Soesterberg en de ecologische corridor Camp New Amsterdam.

De ontwikkelingen en voortgang van de projecten onder provinciale regie zijn als volgt:

Woonwijk Vliegbasis Soesterberg:
Er zijn flinke stappen gezet om de condities op orde te brengen om het gebied te ontwikkelen naar een natuur inclusieve woonwijk.

• Verkoopstrategie: er is een besluit genomen over de manier waarop de gronden van de woonwijk in combinatie met Sortie 16 op de markt wordt gezet. Er is door het college van Gedeputeerde Staten besloten dat de woonwijk Vliegbasis de gronden in delen in verkoop brengt. Daarnaast is besloten hoe de projectorganisatie het best kan worden ingericht om een efficiënte en doelmatige ontwikkeling van de woonwijk (in combinatie met Sortie 16 en eventueel de kavels Westflank) vorm te geven. Wij hebben  een principebesluit genomen waarbij de organisatie wordt ondergebracht  in een externe ontwikkelorganisatie (met daarbij een terugvalscenario). Provinciale Staten is nauw betrokken.
• Ontheffing Wet Natuurbescherming: in maart 2021 is de ontheffing voor de Wet natuurbescherming voor de woonwijk verleend. Hiervoor is een maatregelenpakket gemaakt dat is gericht op de duurzame instandhouding van de Veldleeuwerik. Dit pakket aan maatregelen is rand voorwaardelijk voor het verkrijgen van de benodigde ontheffing wet Natuurbescherming. De uitvoering van de mitigerende maatregelen ten behoeve van Wet Natuurbescherming zijn wel al gestart. Op dit besluit van de provinciale vergunningverleners is bezwaar gemaakt door de Stichting Milieuzorg Zeist bij de AWB commissie. In het najaar wordt een beslissing op bezwaar verwacht.
• Wijzigingsplan: Om de in het bestemmingsplan opgenomen geluidscontouren van het bedrijventerrein Soesterberg Noord weg te nemen is een wijzigingsplan (uitwerking van het vigerende bestemmingsplan Vliegbasis Soesterberg) ingediend bij gemeente Soest.
• Saneringsonderzoek PFOS: de saneringsmogelijkheden worden in samenwerking met Defensie onderzocht. Met het Rijk wordt in deze goed samengewerkt, maar er is sprake van een onderhandelingssituatie over de kosten als gevolg van de bodemverontreiniging met PFAS. Daarnaast is de Provincie belast met bescherming van de strategische grondwaterreserve en heeft ze ook een bevoegd gezag-rol in zake de normstelling in grond en grondwater. In lijn hiermee heeft de provincie in 2021 eigen beleid vastgesteld over de omgang en normering van PFAS/PFOS bij het uitblijven van rijksbeleid. Uit bodemonderzoek is inmiddels helder hoe groot de verontreiniging van de in de woonwijk gelegen grond is. Nader onderzoek wordt nog uitgevoerd op de grondwaterverontreiniging Door dit nadere onderzoek lopen de onderhandelingen over kostenverhaal langer door . De verwachting is dat deze in het najaar 2021/ voorjaar 2022 worden afgerond. De provincie hanteert bij de onderhandelingen het uitgangspunt dat de partij verantwoordelijk voor de vervuiling ook de partij is die de saneringskosten draagt binnen de gemaakte privaatrechterlijke afspraken en het publiekrechterlijk spoor van kostenverhaal binnen de Wet bodembescherming. Bij deze laatste is in januari 2021 door een uitspraak van de Raad van State de beschikking van ernst en spoed van de verontreiniging van de woonwijk in stand gebleven en onherroepelijk.
• Niet gesprongen explosieven: het bestaande bosdeel van de woonwijk is vrij gemaakt van niet gesprongen explosieven. Hierbij zijn geen bijzonderheden aangetroffen.

Kavels Westflank: De planvorming is in volle gang en de ruimtelijke kaders en uitgangspunten zijn vastgesteld.
De onafhankelijke provinciaal adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) heeft hiervoor een advies opgesteld, waarbij zowel de bouw van vier als vijf vrijstaande woningen op de kavels omschreven is als ‘ruime mate van ruimtelijke kwaliteit’. Dit advies is voorgelegd aan omwonenden, de bewonersverenigingen en belanghebbende partijen door middel van digitale participatie en een bewonersbrief omdat er door de coronamaatregelen geen fysieke bijeenkomst mogelijk was.

Wij hebben vanuit een integrale overweging (kwaliteit, financiën en de uitkomst van de participatie) besloten om vijf kavels te gaan verkopen en de ruimtelijke uitgangspunten publiekrechtelijk te borgen. De herziening van het bestemmingsplan is op dit moment in voorbereiding. De verwachting is dat het bestemmingsplan in het najaar van 2021 wordt ingediend en eind 2021/ begin 2022 wordt vastgesteld. Afhankelijk van eventuele zienswijzen en/ of bezwaar- en beroepsprocedure zal het bestemmingsplan in 2022/2023 onherroepelijk worden. De verkoopprocedure wordt gestart nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Bij het gekraakte pand aan de Dolderseweg worden nog vervolgonderzoeken gedaan naar de bouwkundige staat en de veiligheid/onveiligheid van het pand. Aan de hand hiervan worden vervolgstappen uitgezet.

Park Vliegbasis Soesterberg
In het park voert de provincie diverse recreatieve verbeteringen uit. Het gaat hier om wandel- en fietspaden, entrees, bebording, routes, hekwerk, uitkijkpunten, vogelkijkhut, meubilair en informatievoorziening. Het overgrote deel is inmiddels uitgevoerd. De laatste juridische planologische procedures worden gestart voor de laatste maatregelen. Verwachting is dat de uitvoering in 2022 wordt afgerond.

Daarnaast wordt er in samenwerking met de gebiedspartners gewerkt aan een afstemmingskader voor culturele programmering in het park.

Ecologische corridor Camp New Amsterdam: dit is de laatste ontbrekende schakel in de westelijke corridor. Het is een essentiële schakel en de enige die in fysiek opzicht nog gerealiseerd moet worden. Provincie Utrecht en RVB/Defensie hebben afspraken gemaakt over het vervolg. De essentie daarbij is dat het RVB de uitvoering op zich zal nemen in opdracht van Defensie en in nauwe samenwerking met de provincie. Het terrein is en blijft immers eigendom van het Rijk en is sterk beveiligd. Praktische oplossingen in de uitvoering zijn daarom nodig. Het is de bedoeling dat de kaders voor deze samenwerking voor start van de daadwerkelijke uitvoering worden vastgelegd in een Overeenkomst van Opdracht (OvO) met Provincie, Defensie en RVB.

Financiën

Toelichting op financiën 2021
De prognose van Hart van de Heuvelrug is hoger dan de huidige ramingen. De ramingen van zowel de lasten als de baten worden naar boven bijgesteld. De belangrijkste reden is de verwachte afronding van het project Richelleweg. In de begroting was nog opgenomen dat deze afronding in 2020 zou plaatsvinden.

Ook bij Vliegbasis Soesterberg is bijstelling nodig. Bij de lasten is de prognose lager dan het begroot bedrag, omdat er vanwege juridische procedures, zoals omgevingsvisie, bestemmingsplannen en vergunningen, vertraging is opgetreden. De baten worden naar boven bijgesteld: er is van het rijk een bijdrage van € 0,1 mln. in de kosten van PFOS-onderzoek ontvangen.

Verwacht eindresultaat van het programma
In onderstaande tabel is het totaalresultaat van de Mastergrex Hart van de Heuvelrug en grondexploitatie Vliegbasis Soesterberg zichtbaar (totaal eindresultaat € 0,5 mln.). Daarnaast zijn er voor de provincie nog opbrengsten die gerelateerd zijn aan de ontwikkeling van het programma: de opbrengsten van de verkoop van het park (minus de investeringen voor de mitigerende maatregelen voor de veldleeuwerik) en de inkomsten als gevolg van inbreng van gronden bij de Richelleweg. Indien deze opbrengsten betrokken worden in het programma is het eindresultaat € 5,0 mln. positief.

De afwijkingen op de begrote kosten en opbrengsten zijn verwoord in de bijstellingen op programma 1. Op basis van die afwijkingen wordt de begroting 2021 aangepast naar de prognose eindstand.

Risico’s
Onderstaand de top risico’s voor een aantal deelprojecten.

Bijlage 3.2 De Vernieuwde Regionale Tramlijn Regio Utrecht (VRT)

Doelstelling
Het project Vernieuwde Regionale Tramlijn draagt middels aanpassing van de bestaande SUNIJ-lijn en aanschaf
van nieuw materieel bij aan een goed functionerend en modern tramsysteem met meer directe verbindingen zonder overstap, met als doel een goede bereikbaarheid van woon- en werkgebieden met tevreden reizigers en
reizigersgroei binnen de provincie.
Het project is opgebouwd uit vijf deelprojecten: Materieel, VK-sporen, Vervoerskundige koppeling+ (voorheen Tracé X), spooromlegging Nieuwegein City en Ombouw SUNIJ-lijn

Kenmerken

Voortgang
Het deelproject VK sporen is gerealiseerd en de sporen zijn aan Trambeheer en Onderhoud (TBO) opgeleverd.
Het nieuwe tram materieel (tweeëntwintig 41 meter trams) is eveneens geleverd en in gebruik genomen. De financiële afronding van het contract vindt plaats in 2021. Het contract voor de Ombouw SUNIJ-lijn is op 1 mei 2019 definitief gegund aan BAM. De uitvoering van de werkzaamheden is afgerond en het spoor is in beheer genomen door TBO. Hierin zijn opgenomen de werkzaamheden aan baanstabiliteit en spleetbreedte. In 2021 wordt nog gewerkt aan de afronding van de laatste restpunten, het opleverdossier en de financiële afronding met de aannemer.

Op 26 april 2021 heeft gunning voor de Spooromlegging Nieuwegein City plaatsgevonden aan Dura Vermeer BV. De voorbereidingen van de werkzaamheden in de tramvrije periode van 26 februari tot en met 15 juni worden nu uitgevoerd. Streven is om met de zomerdienstregeling van 2022 dit tracé weer in exploitatie te nemen. Het project werkt nauw samen met de gemeente Nieuwegein: hiervoor is een samenwerkingsovereenkomst gesloten.
Om de Uithoflijn en SUNIJ lijn vervoerskundig te kunnen koppelen, wordt het deelproject Vervoerskundige Koppeling + (voorheen Tracé X) uitgevoerd. Het project is sterk afhankelijk van de ontwikkelingen op en rondom het Jaarbeursplein en houdt rekening met de voortschrijdende inzichten t.a.v. de veiligheid en de bewijsvoering hierover. In 2020/2021 heeft het deelprojectteam VK+ deze ontwikkelingen in beeld gebracht en de benodigde aanpak en maatregelen uitgewerkt. Als gevolg hiervan zijn aanvullende, niet voorziene maatregelen benodigd, welke naar verwachting wel binnen het totaalbudget van VRT opgevangen kunnen worden. In 2021 worden nadere afspraken gemaakt over de uitvoeringen de samenwerking met de gemeente Utrecht. Streven is om begin 2022 de benodigde maatregelen uitgevoerd te hebben en met ingang van de zomerdienstregeling in juli 2022 de koppeling gerealiseerd te hebben.

Financiën

Bedragen x 1,0 mln.
 
Toelichting op financiën
In het eerste half jaar van 2021 zijn een aantal belangrijke mijlpalen behaald: op 3 januari zijn tracé A,B en C in exploitatie gegaan, tracé D van de SUNIJ-lijn volgde op 14 maart. Daarmee is de gehele SUNIJ-lijn weer operationeel. Daarnaast is de laatste door programma VRT bestelde CAF-41 tram in maart geleverd en geaccepteerd. In deze periode zijn tevens de werkzaamheden voor de spooromlegging Nieuwegein Centrum gegund en zijn de benodigde maatregelen voor de vervoerskundige koppeling nader uitgewerkt. Daarnaast heeft provinciale staten (27/1) ingestemd met een voorstel om € 13,3 miljoen (gelabelde middelen) vrij te laten vallen, waar op dit moment geen aanspraak op wordt gemaakt ter dekking van risico’s baanstabiliteit, spleetbreedte en corona en tegelijkertijd een krediet beschikbaar te stellen ten behoeve van het programma VRT ter dekking van het tekort van € 13,3 miljoen op VRT, onder meer ontstaan door de meerkosten als gevolg van de uitloop in de planning van de renovatie van de SUNIJ-lijn en aanvullende middelen voor de spooromlegging Nieuwegein City. Daarmee zijn er naar verwachting voldoende financiële middelen om het VRT programma af te ronden. Provinciale Staten hebben besloten om het dan resterende deel (€ 1,2 miljoen) van het aanvullende krediet beschikbaar te houden voor afronding van de beheersing van de resterende risico’s t.a.v. onder andere baanstabiliteit, spleetbreedte en corona in de vorm van een bestuurlijk opdrachtgeversbudget. Met het bereiken van de drie genoemde mijlpalen neemt het risicoprofiel van het VRT programma af: alleen onderdelen spooromlegging Nieuwegein Centrum en VK+ worden nog uitgevoerd. Op programmaniveau wordt een positief resultaat verwacht. In de kwartaalrapportage over Q1 (30 maart 2021) is dit resultaat geschat op € 6,7 mln, waarin reeds rekening gehouden is met kosten en risico’s van de Spooromlegging van Nieuwegein City , maar nog niet met de scopeonzekerheid t.a.v. VK+. Eventuele meerkosten voor realisatie van VK+ waren hier nog niet in opgenomen.  Bij het opstellen van dit voortgangsbericht waren de getallen over Q2 2021 nog niet beschikbaar. Verwachting is echter dat een positief resultaat behouden blijft. Dit resultaat blijft beschikbaar voor onzekerheden binnen het programma.

Risico’s

Bijlage 3.3 N226 Spooronderdoorgang Maarsbergen

Doelstelling
Het doel van het project is de huidige en te verwachten knelpunten op het gebied van veiligheid, doorstroming en leefbaarheid voor zowel het wegverkeer als het spoorverkeer op te lossen door het realiseren van twee spooronderdoorgangen, één voor gemotoriseerd verkeer en één voor niet-gemotoriseerd verkeer, ter hoogte van km 56,6 van de spoorweg Utrecht-Arnhem (geocode 035).

Kenmerken

Voortgang
Eind 2020 is het Provinciaal Inpassingsplan door Provinciale Staten vastgesteld en in 2021 vastgesteld na een korte procedure bij Raad van State. In 2021 worden onder projectleiding van de provincie kabels en leidingen verlegd, de benodigde gronden verworven en de realisatieovereenkomst opgesteld. De omgevingsparticipatie wordt vormgegeven door proactieve participatie en communicatie met bewoners en belangbehartigers te Maarsbergen. Met het overdrachtsdossier, op te leveren in de herfst van 2021 gaat de projectleiding over naar ProRail. ProRail is verantwoordelijk voor het opstellen van een uitvoeringsontwerp en een definitief ontwerp als onderdeel van het voorbereiden van de aanbesteding en vervolgens voor de realisatie van de spooronderdoorgang Maarsbergen.

Financiën

Bedragen x 1,0 mln.

Toelichting op financiën
De totale omvang van het project bedraag € 51,6 mln. Dit is in december 2018 goedgekeurd. Omdat de bijdrage van ProRail/IenW à € 28,3 mln. niet via de provinciale begroting wordt afgewikkeld, is dit bedrag in mindering gebracht op het totaal krediet (bruto). Het provinciale aandeel bedraagt € 20,7 mln. en de gemeente Utrechtse Heuvelrug, dat wél via de provinciale begroting verloopt, draagt € 2,5 mln. bij.

Risico’s

Bijlage 3.4 Busstalling Westraven

Doelstelling
Om hoogwaardig openbaar busvervoer in Utrecht te kunnen blijven bieden wordt een nieuwe busstalling
noodzakelijk waar bussen kunnen worden gestald, schoongemaakt en onderhouden. De bestaande busstalling
aan de Europalaan moet verdwijnen om de Merwedekanaalzone te kunnen herontwikkelen tot woon- en
werkgebied. Belangrijkste uitgangspunten voor de stalling zijn een levensduur van 30 jaar en zo universeel en
duurzaam mogelijk is.

Kenmerken

Voortgang
Begin 2021 is gefaseerd de busstalling locatie Remiseweg in gebruik genomen voor de 35 nieuwe elektrische bussen. Bij de ingang van de zomerdienstregeling zal QBuzz ook haar andere elektrische bussen verhuizen naar de busstalling aan de Remiseweg.

Op donderdag 8 juli staat de oplevering van de busstalling aan de opdrachtnemer en overdracht aan de beheerder gepland met aansluitend op vrijdag 9 juli de formele opening en in het weekend van 10/11 juli de ingebruikname.

Er zijn nog een aantal restpunten welke voor het merendeel nog deze zomer worden opgelost. Het aanplanten van een deel van het groen gebeurt nog in het najaar in verband met betere groeicondities. Tevens wordt in overleg met de diverse partijen binnen de Provincie en het bevoegd gezag gekeken om de branddetectie op het stallingsterrein (met name van belang bij toekomstige elektrificatie) dit jaar te realiseren. De ondergrondse infrastructuur is hiervoor reeds aangelegd. Complexiteit is dat detectiesystemen nog in ontwikkeling zijn en het wenselijk is om een systeem toe te passen dat geschikt is voor de huidige situatie met dieselbussen maar ook voor de toekomstige situatie met elektrische bussen.  

Financiën

 
Toelichting op financiën
Bij de aanvraag van het aanvullend krediet van 13,45 mln. bij de Provinciale Staten in juli 2021 was het uitgangspunt nog dat een zogenaamd Deluge-systeem benodigd zou zijn. Door verdere aanpassingen van het ontwerp en afstemming met partijen is tot een oplossing gekomen met brandcompartimentering in combinatie met brandgangen met brandmuren en brandputten hetgeen tot een substantiële kostenreductie leidt.
In zomer van 2021 zal het project grotendeels financieel worden afgerond. Er spelen nog een aantal financiële restzaken zoals toegelicht onder risico’s.

Risico’s

Bijlage 3.5 Nieuwe Tramremise (NTR)

Doelstelling
Het uitvoeren en overdragen van een nieuwe werkende Tram Remise op het remiseterrein in Nieuwegein, die:
Bijdraagt aan de doelstellingen en functies zoals beschreven in IPvE 5.0 en is opgenomen in het PPVE 3.0;

• Geaccepteerd en onderhoudbaar is door toekomstige beheerder;
• Geschikt is voor het ter beschikking stellen van het trammaterieel aan de vervoerder voor zowel de SUNIJ-lijn als de Uithoflijn, zodat deze de trams kan exploiteren;
• Toekomstige uitbreiding van onderhoudscapaciteit en ten dele stallingscapaciteit mogelijk maakt ten behoeve van de uitbreiding van het netwerk.

Kenmerken

Voortgang
De nieuwe tramremise is sinds Q3 2019 volledig in gebruik genomen. De werkzaamheden die nog zijn
verricht in 2020 en 1^e helft 2021 hebben betrekking op het inrichten van het buitenterrein (parkeergelegenheid) en het afronden van de contracten. Decharge van het project heeft op 13 april 2021 plaatsgevonden.

Financiën

Bedragen x 1,0 mln. Bruto krediet incl. 10,0 mln. besluit Extra krediet
 
Toelichting op financiën
N.v.t.
 
Risico’s

N.v.t.

Bijlage 3.6 N233 Rijnbrug Rhenen

Doelstelling
De provincie wil de Rijnbrug tussen Rhenen en Kesteren in 2025-2026 voorzien van een nieuw bovendek met 2 x 2 rijstroken en een fietspad van 3 meter breed aan beide zijden. Op dit moment heeft de brug één rijstrook in elke richting. Vanaf de N225 in Rhenen tot de N320 in Kesteren wordt de weg inclusief aansluitingen aangepakt. Op de Utrechtse oever worden de aansluitingen met de Geertsesteeg en de Achterbergsestraatweg  ook aangepast.

Kenmerken

Voortgang
De rotonde met de Geertsesteeg is in 2016 omgebouwd tot turborotonde met meer capaciteit.

Het deelproject Achterbergsestraatweg is opgestart en bevindt zich in de voorbereidende fase. Samen met de gemeente Rhenen wordt een korte verkeerskundige studie verricht naar de optimale configuratie van de kruising en toeleidende wegen.

In 2019 is de Nota Reikwijdte en Detailniveau opgesteld voor de Rijnbrug. Hierop is de Plan-MER opgesteld van het door PS vastgestelde 2 x 2 ontwerp. Vanaf 2020 wordt gewerkt aan de stikstofproblematiek op het project. Voor de verwachte depositie op de Rijntakken is een oplossing voorhanden met een ecologische onderbouwing. Voor de depositie op het Binnenveld kan worden gesaldeerd met beschikbaar restsaldo van de nieuwbouwwijk Groenpoort, waarvoor een veehouder deels is uitgekocht. Gezien de gebeurtenissen als gevolg van de tussenuitspraak ViA15 en de afhankelijkheid van de Aerius-calculator is een definitieve oplossing voor de stikstof nog niet in zicht. Dit zal sterk de aanvang van de procedure van het Provinciaal Inpassingsplan bepalen.

Een ingeschakeld ingenieursbureau is gestart met benodigde (technische) onderzoeken en het opstellen van het realisatiecontract.  De steunpunten van de huidige brug zijn verder berekend en aanvullend onderzoek zal nog worden uitgevoerd. De kans is aanwezig dat enkele steunpunten constructief zullen moeten worden verstevigd. Op basis van deze nadere onderzoeken kunnen betrouwbaardere uitgangspunten worden gedefinieerd, dit biedt duidelijke kaders voor het contract en het projectbudget. In dat zelfde kader wordt een ambitiedocument opgesteld van de mogelijke ruimtelijke vormgeving van de nieuwe Rijnbrug (plaat- of kokerliggerbrug, of boogbrug). Dit gebeurt in samenspraak met het bevoegd gezag, Rijkswaterstaat en de welstand.

Financiën

 Bedragen x 1,0 mln.

Toelichting op financiën
Het project Rijnbrug kent een totaal krediet (bruto) van € 95,68 mln. Bijdragen van derden bedraagt € 53,82 mln.
Projectonderdeel Geertsesteeg is in gebruik genomen. Voor de Achterbergsestraatweg moet met Rhenen nog worden vastgesteld of en tegen welke kosten de fietstunnel wordt ingepast.
Het projectonderdeel Rijnbrug (waaraan met € 81,44 mln het grootste deel van het krediet is gekoppeld) bevindt zich momenteel in de voorbereidingsfase. Het project Rijnbrug voorziet de raming momenteel van een actualisatie naar huidig en toekomstig prijspeil. Op basis van de actuele raming wordt ten behoeve van start-aanbesteding aan de Staten van Utrecht (en ook Gelderland) een verzoek gedaan voor extra middelen. Dit proces is in ambtelijke voorbereiding en beoogd komend najaar te worden voorgelegd ter besluitvorming.

Risico’s

Bijlage 3.7 N233 Rondweg-Oost Veenendaal

Doelstelling
Doel van het project is verbreding van de N233 naar 2x2 rijstroken, tussen Wageningselaan en A12/Lorentzlaan, met ongelijkvloerse kruising bij de Prins Clauslaan / Van Essenlaan en aanpassing van de kruispunten van de N233 met Wageningselaan en De Smalle Zijde. Vanaf de Grift tot aan de A12 wordt een snelheidsregime ingesteld van 70 km/u.
Met de uitvoering van dit project wordt door de afname van het totaal aantal voertuig-
verliesuren op de N233, een substantiële bijdrage geleverd aan het doel “Het totaal aantal voertuigverliesuren op het provinciale wegennet neemt af” van het Mobiliteitsprogramma 2019-2023. Hierdoor vermindert het oponthoud gedurende de dag en vooral gedurende de spitsperiodes op werkdagen. Tevens verbetert de voorspelbaarheid van de reistijd en de bereikbaarheid van belangrijke woon-, werk- en winkellocaties.

Kenmerken

Voortgang
In 2019 is de Nota Reikwijdte en Detailniveau opgesteld. Deze mondt in het project uit in een Plan-milieu effect rapportage (Plan-mer), die bestaat uit verkeers- en milieukundige onderbouwing van het door PS vastgestelde alternatief. De mer en het planologisch proces voor het project N233 Rondweg Oost Veenendaal loopt parallel op deze processen voor het project N233 Rijnbrug Rhenen.
Momenteel onderzoekt het project mogelijkheden voor inpassing van duurzame energiemaatregelen. Op basis van een rapport, afgestemd met beleidsmatig betrokken van provincie en gemeente, komt het project in principe met een voorstel tot het verruimen van de projectscope. Dit najaar wordt gestart met de contractstukken voor de realisatie van het project, waarna de aanbesteding zal starten. Gekozen is voor Bouwteam, een contractvorm gericht op samenwerking, waarin opdrachtgever en beoogd opdrachtnemer gezamenlijk het ontwerp uitwerken.
Zoals nu is voorzien duurt de voorbereiding van het project tot 2024. De realisatie duurt tot 2027.

Financiën

Bedragen x 1,0 mln.

Toelichting op financiën
Het project kent een totaal krediet (bruto) van € 59,0 mln. Bijdrage van de gemeente Veenendaal hierin bedraagt € 8,75 mln., waarvan € 2,5 mln. in de vorm van het realiseren van nieuwe woningen waarin de te treffen geluidsvoorzieningen in verband met de aanwezigheid van de weg, zijn opgenomen (zgn. woning met een dove gevel).
Het project bevindt zich momenteel in de voorbereidingsfase. Het project voorziet de raming momenteel van een actualisatie naar huidig en toekomstig prijspeil. Op basis van de actuele raming en mogelijke scopeverruiming (zie voortgang) is het waarschijnlijk dat het project aanvullende middelen nodig heeft.

Bedragen x 1,0 mln.

*             is een inspanningsverplichting: geluidwerende voorziening; te realiseren door gemeente Veenendaal, geen onderdeel van projectkrediet
**   is inclusief de reeds toegezegde € 2 miljoen voor leefbaarheidsmaatregelen (raadbesluit gemeente Veenendaal 18 december 2017) en een bijdrage van FoodValley van € 1 miljoen, welke in 2025 beschikbaar komt. Het betreft een vast bedrag
***   onzekerheidsmarge van 25%. Bedrag is gebaseerd op een gemiddeld bedrag in de probabilistische kostenraming

Risico’s