4.6 Bereikbaarheid II - Openbaar vervoer

4.6.4  Bijstellingen

Voortgang vertragingsfactor -2%
In dit programma is nog geen invulling gegeven aan de opdracht de 2% vertragingsfactor concreet in te vullen.

6.1 OV-reizigers zijn tevreden en het openbaar vervoer is efficiënt ingericht

Sinds de overdracht van de SUNIJ lijn van het Rijk naar het BRU verstrekt het Rijk een bijdrage voor het beheer en onderhoud van de lijn aan, destijds het BRU en nu, de provincie Utrecht.  Dit bedrag van € 4,95 mln. is de laatste jaren ontvangen als een decentralisatie uitkering als onderdeel van het provinciefonds. Het werd daardoor als ontvangst verantwoord bij de Algemene middelen.

In de meicirculaire 2021 is aangegeven dat deze Decentralisatie uitkering Projecten verkeer en vervoer wordt omgezet in een specifieke uitkering. Deze wijziging heeft tot gevolg dat de opbrengst in het programma 6 Bereikbaarheid II- OV dient te worden verantwoord, conform de verslaggevingsregels. En niet langer bij de Algemene middelen. Per saldo is dit budget neutraal.

Ook in 2021 zijn er afspraken gemaakt tussen het Rijk en de decentrale OV-autoriteiten om de financiële tekorten in het OV als gevolg van corona grotendeels te compenseren. Het Rijk heeft toegezegd om per OV-concessie een vergoeding uit te keren ter dekking van 93% tot 95% van de gemaakte kosten in jaar 2021. De OV-autoriteiten fungeren als doorgeefluik en dienen de aanvraag in en keren deze weer uit aan de concessiehouders. Voor 2021 heeft de provincie inmiddels een bedrag aangevraagd van € 43,964 mln. wat na ontvangst zal worden uitgekeerd aan de vervoerders.

De verwachte uitgaven ten behoeve van de twee OV concessies zijn geactualiseerd. De indexatie is lager uitgevallen dan verwacht en door onder andere de nieuwe subsidieregels is het budget in 2021 nu te hoog. Hoewel er door de corona ook negatieve effecten te verwachten zijn, is op dit moment de verwachting dat het budget in de begroting 2021 € 7 mln. te hoog is opgenomen. Wij stellen voor om deze € 7 mln. toe te voegen aan de reserve OV Concessie en te reserveren voor de hogere uitgaven in de toekomstige jaren vanwege het verlengen van de huidige concessie.  

In het coalitieakkoord ‘Nieuwe energie voor Utrecht’ is opgenomen dat we een proef gaan doen met gratis OV buiten de spits voor ouderen met een krappe beurs. Hiervoor zijn destijds ook middelen beschikbaar gesteld verdeeld over de jaren 2020 (€ 500.000) en 2021 (€ 500.000). Bij de Kadernota 2021 is voor jaar 2021 aanvullend een bedrag van € 300.000 beschikbaar gesteld. Als gevolg van corona hebben we het niet verantwoord geacht om met deze proef te starten. Wel starten we in het najaar met de voorbereidingen van de proef en willen deze in Q2 van 2022 starten. We stellen nu voor het lastenbudget voor 2021 te verlagen met € 800.000 en dit te storten in de reserve OV concessie. Via de Begroting 2022 zullen we een begrotingswijziging opnemen om dit bedrag voor de jaren 2022/2023 tot besteding te laten komen

In het beheer en onderhoud van het tramsysteem treden enkele mutaties op. Zo zijn er meer kosten gemoeid met de ontwikkeling van het onderhoudsmanagementsysteem. Daar staat tegenover dat diverse werkzaamheden, met name wat betreft een aantal voorzieningen op het remiseterrein, minder kosten met zich meebrengen. Bovendien wordt de vernieuwing van de tramkruising bij het St. Antoniusziekenhuis verschoven naar 2022 in afstemming met andere werkzaamheden in de omgeving.

Op twee specifieke punten waren er in 2021 geen kosten begroot die wel nodig blijken:
De aanpak van het booggeluid door trams na de aanpassing van de SUNIJ-lijn en de introductie van nieuwe trams vergt diverse maatregelen. In het dagelijks beheer vindt er extra smering van de rails plaats. Om hier structureel in te voorzien worden baansmeerinstallaties aangebracht en wordt een smeervoertuig ingezet. Daarnaast wordt er o.a. een proef gedaan met wieldempers op de trams. De kosten van de maatregelen bedragen per saldo € 923.000.

Door de beschadiging van de voedingskabels van twee tractiestations zijn noodstroomvoorzieningen nodig om de SUNIJ-lijn te laten rijden en dienen zo snel mogelijk nieuwe stroomaansluitingen te worden gerealiseerd.  De kosten hiervan bedragen € 1.590.000.

Een deel van de verwachte hogere uitgaven wordt gecompenseerd door de lagere uitgaven en verschuivingen naar 2022. Per saldo wordt nu voorgesteld het MOP 2021 met een bedrag van € 1,938 mln. te verhogen en dit te onttrekken uit de reserve Beheer en Onderhoud OV assets.  

De kapitaallasten 2021 zijn geactualiseerd op basis van de werkelijke uitgaven 2020 en op basis van ingebruikname. Door de vertraging bij de ingebruikname van de Busstalling Westraven en de renovatie SUNIJ lijn zijn de kapitaallasten naar beneden bijgesteld. De kapitaallasten 2021 bedragen nu € 10.752.000, dit is een verlaging van € 8.758.000 t.o.v. de oorspronkelijke begroting 2021. Van dit bedrag werd € 646.000 onttrokken uit de reserve kapitaallasten UHL. Deze onttrekking is niet noodzakelijk en wordt teruggedraaid.  We stellen voor om het resterende bedrag van € 8.112.000 vrij te laten vallen ten gunste van het begrotingssaldo.

In de begroting 2021 is rekening gehouden met huurinkomsten ad € 1.152.000 voor de busstalling. De busstalling wordt dit jaar in gebruik genomen waardoor niet de gehele huuropbrengst wordt gerealiseerd. De verwachte huuropbrengst in 2021 is naar € 668.000 bijgesteld. De huuropbrengst diende als dekking voor de kapitaallasten. Vanwege de vertraging zijn ook de kapitaallasten naar beneden bijgesteld (zie ook bijstelling Kapitaallasten OV ten gunste van het begrotingssaldo). Daarom het voorstel om de gederfde huurinkomsten ad € 484.000 ten laste te brengen van het begrotingssaldo.