4.12.2 Bijstellingen
Meicirculaire 2021 | Baten + 2.751.000 |
---|
Middels een Statenbrief (8227B8FB) hebben wij u geïnformeerd over de financiële effecten vanuit de meicirculaire 2021. De effecten die betrekking hebben op het jaar 2021, en nog niet in de begroting waren opgenomen, worden via deze begrotingswijziging verwerkt. Dit betreft de opbrengsten voor de decentralisatie uitkeringen voor omgevingsveiligheid, drugsdumping en zoetwatermaatregelen. De lasten, die in de programma’s worden gemaakt, zijn reeds als lastenbudget opgenomen in de Voorjaarsrapportage 2021.
De decentralisatie uitkering bodembescherming is reeds in de Voorjaarsrapportage 2021 als baat opgenomen in programma 3. Bodem, water, milieu. Conform de verslaggevingsregels dient deze opbrengst echter verantwoord te worden bij de Algemene middelen.
De algemene uitkering uit het provinciefonds is positiever dan in de primaire begroting was opgenomen door een voordelige afrekening uit 2020 en een actualisatie van de maatstaven voor 2021.
De opbrengsten vanuit de opcenten op de MRB zijn naar verwachting ook hoger op basis van de meicirculaire.
Rijksbijdrage Projecten verkeer en vervoer | Baten -/- 4.950.000 |
---|
Sinds de overdracht van de SUNIJ lijn van het Rijk naar het BRU verstrekt het Rijk een bijdrage voor het beheer en onderhoud van de lijn aan, destijds het BRU en nu, de provincie Utrecht. Dit bedrag van € 4,95 mln. is de laatste jaren ontvangen als een decentralisatie uitkering als onderdeel van het provinciefonds. Het werd daardoor als ontvangst verantwoord bij de Algemene middelen.
In de meicirculaire 2021 is aangegeven dat deze Decentralisatie uitkering Projecten verkeer en vervoer wordt omgezet in een specifieke uitkering. Deze wijziging heeft tot gevolg dat de opbrengst in het programma 6. Bereikbaarheid II – Openbaar Vervoer dient te worden verantwoord, conform de verslaggevingsregels. En niet langer bij de Algemene middelen. Per saldo is dit budget neutraal.
Rendement garantieproduct (disagio) op juiste wijze presenteren | Lasten -/- 800.000 |
---|
De provincie Utrecht heeft een garantieproduct bij BNP Paribas Fortis van 25 mln. dat in 2007 is aangeschaft. Dit garantieproduct loopt af in 2022, en wordt dan op onze bankrekening gestort. Op dit garantieproduct behalen we rendement. Dit rendement is ook verantwoord op de balans (disagio) en jaarlijks wordt een deel daarvan
afgeschreven ten gunste van de exploitatie. Conform de verslaggevingsregels dient dit als een negatieve last te worden gepresenteerd in plaats van een opbrengst. Dat wordt middels deze begrotingswijziging gecorrigeerd.
Vrijval restant ICT-reserve t.g.v. saldireserve | Reserve + 1.671.000 |
---|
In het Statenvoorstel bij de Begroting 2021 heeft uw Staten ingestemd met het opheffen van de reserve ICT. De daarmee gespaard gaande vrijval van € 3,5 miljoen is reeds in de begroting verwerkt. Naar nu blijkt resteert nog een bedrag van € 1.671.000 in de reserve ICT die we willen aanwenden voor een aantal Informatievoorziening & Automatiseringsprojecten (zie hiervoor de toelichting in 10. Overzicht Overhead). Die projecten kunnen we als gevolg van onder andere uitgestelde wetgeving pas uitvoeren in het jaar 2022. We stellen daarom voor om dit resterende bedrag nu te storten in de saldireserve. Daarmee is het mogelijk om de ICT-reserve per eind 2021 op te heffen. Via de Begroting 2022 zullen wij vervolgens een begrotingswijziging opnemen om dit bedrag als lastenbudget op te voeren in het Overzicht Overhead en te onttrekken uit de saldireserve.
Vrijval reservering A12-Salto fase 2 t.g.v. saldireserve | Reserve + 12.365.000 |
---|
Met een Statenbrief (2021MM81) bent u geïnformeerd over de bereikbaarheid in het Kromme Rijn Gebied. Uit een uitgevoerde netwetwerkanalyse blijkt dat, zonder aanpassing van het hoofdwegennet, de onderzochte infrastructurele maatregelen onvoldoende toekomst vast zijn. Om de bereikbaarheid te verbeteren zal een stevige en structurele netwerkoplossing nodig zijn. Eén van die maatregelen betreft de aansluiting op het hoofdwegennet Houten Oost van de N421 op de A12 in oostelijke richting.
Ondanks de bestuurlijke wil van de betrokkenen om de bereikbaarheid van het Kromme Rijn Gebied te verbeteren, hebben de partijen geconstateerd dat de reservering voor A12-Salto fase 2 van € 12.365.000 onvoldoende is om een ¾-aansluiting bij Houten Oost te realiseren. Als gevolg van deze conclusie, is een vervolgtraject bepaald. De gemeenten Bunnik, Houten en de provincie zetten zich in om de resultaten en conclusies van deze studie in te brengen in de Mobiliteitsstrategie 2040, die in samenspraak met het Rijk volgt uit het in het bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) vastgestelde MIRT-onderzoek U Ned.
Voorgesteld wordt om de reservering voor A12-Salto fase 2 van € 12.365.000,- uit de Verkeersaanpak Bunnik-Houten (2015MME49) uit de reserve Mobiliteitsprogramma vrij te laten vallen en te storten in de saldireserve. De vrijval wordt verantwoord in programma 5. Bereikbaarheid I – Algemeen, en de storting in de saldireserve verloopt via de Algemene middelen.
Afroming reserve weerstandsvermogen t.g.v. saldireserve | Reserve + 3.250.000 |
---|
Voor de reserve weerstandsvermogen is de afspraak gemaakt dat deze een omvang heeft van € 45 mln., of het dichtstbijzijnde lagere of hogere bedrag om te voldoen aan de bandbreedte van de ratio weerstandsvermogen die ligt tussen de 1.4 en 2.0. Op basis van de huidige inzichten is de afgesproken omvang van € 45 mln. toereikend om binnen de bandbreedte te blijven, waardoor nu wordt voorgesteld om € 3.250.000 vanuit de reserve weerstandsvermogen af te romen en dit te storten in de saldireserve.
Vrijval restant reserve Covid-flankerend beleid t.g.v. saldireserve | Reserve + 9.137.000 |
---|
De reserve Covid-flankerend beleid is ingesteld bij de Begroting 2021, waarbij de expliciete afspraak is gemaakt om deze per eind 2021 op te heffen. In de Voorjaarsrapportage zijn reeds vijf voorstellen ten laste van deze reserve door Provinciale Staten vastgesteld. In deze Zomernota wordt aanvullend één nieuw voorstel gedaan (MKB-opvolging) ten laste van deze reserve. Dit is nader toegelicht in programma 8. Economie. We stellen voor om het resterende bedrag in deze reserve reeds nu te laten vrijvallen en dit te storten in de saldireserve.