4. Programmaverantwoording

4.9 Bestuur

4.9.2.6  Gemeente, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen functioneren goed conform de wet

Wat verandert er aan het doel en/of de effecten?
Er zijn geen wijzigingen aan het doel en de effecten.

Wat verandert er aan de uitvoering (hoe sturen we bij: wat gaan we dit jaar meer, minder of anders doen)?
IBT-informatieverordening is (nog) niet geactualiseerd. Hiervoor moet eerst het overleg met de toezichtontvangers over maatwerktoezicht verder worden gevoerd. Op basis van die uitkomsten moet duidelijk worden welke aanpassingen dit vergt voor de informatieafspraken. Tot die tijd is de huidige informatieverordening van kracht en krijgen wij de toezichtinformatie toegestuurd om deze wettelijke toezichttaak uit te kunnen blijven voeren.
Door capaciteitsgesprek is geen thema-onderzoek voorbereid voor het IBT-domein informatiebeheer.
Door capaciteitsgebrek zijn enkele toezichtbeslissingen Informatiebeheer niet binnen de afgesproken toezichtronde afgerond (het betreft hier geen wettelijke verplichting). Er worden maatwerkafspraken met die betreffende gemeenten gemaakt om deze beoordelingen te combineren met de volgende ronde.
De nieuwe IBT-taak op basis van de Wet digitale overheid (Wdo) is nog niet ingericht en ingevoerd. Het wetstraject Wdo is nog niet afgerond, gesprek/discussie tussen IPO en Rijk is nog gaande over de positionering, financiering en het instrumentarium van deze nieuwe IBT-taak. Invoering van deze nieuwe IBT-taak gebeurt in afstemming met andere provincies.

Welke financiële gevolgen heeft de verandering?
Er zijn geen financiële gevolgen.

Stand van zaken financiële verrekening herindeling Vijfheerenlanden
Bij GS-brief van 7 juli 2020 is de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) gevraagd om het bedrag van de financiële verrekening herindeling Vijfheerenlanden tussen provincie Zuid-Holland (PZH) en provincie Utrecht (PU) vast te stellen. In de afgelopen periode hebben diverse bestuurlijke overleggen tussen BZK-PZH-PU plaatsgevonden. Er is verschil van inzicht tussen de provincie Zuid Holland en Provincie Utrecht over de omvang van een deel van de onderhoudsreserve die onderling verrekend dient te worden.

Er is gesproken over de probleemstelling en het vraagstuk, de uitgangspunten voor het proces en het procesvoorstel. BZK zal in lijn van het wetsartikel de integrale verrekening vaststellen, maar doet evenwel alleen uitspraak over de verrekening van de Rijksafkoopsom waarbij wordt gekeken naar alles wat hier logischerwijs verband mee houdt. Het overige deel van de verrekening wordt onverkort overgenomen bij de vaststelling van de verrekening conform het concept verrekeningsakkoord (2019BEM78-2). Ook heeft dit voorjaar op verzoek van Zuid-Holland nog een laatste poging plaatsgevonden om te onderzoeken of beide provincies alsnog tot overeenstemming konden komen over de verrekening van het restant van de Rijksafkoopsom, maar dat is helaas niet gelukt.

BZK zal nu op basis van alle relevante informatie dit najaar een integraal verrekeningsvoorstel ter bespreking en besluitvorming aan beide provincies voorleggen.
In december 2021 is naar verwachting op basis van het verrekeningsvoorstel/besluit Vijfheerenlanden van BZK een Statenvoorstel over de implicaties daarvan voor de provinciale begroting opgesteld, dat tegen die tijd ter besluitvorming wordt geagendeerd.

Deze pagina is gebouwd op 11/24/2021 08:34:47 met de export van 11/24/2021 08:25:01